In een droog land, waarin fijn zand continu je tent of huis binnenwaait, is een bezem een onmisbare huishoudhulp. Deze werd gemaakt door een bundel twijgen of stro stevig samen te binden, zodat aan de bovenzijde een steel ontstond. Sinds de Middeleeuwen wordt ook een houten stok gebruikt als steel.

Het nut is duidelijk: met een bezem veeg je dingen weg, het huis uit. In de Bijbel komt het woord maar één keer voor, in Jesaja 14:23 waar JHWH Sevaoth – de Heer van de hemelse machten – aankondigt dat Hij Babel weg zal vegen “met een bezem van vernietiging”. Indirect verwijst ook Jezus naar een bezem, als Hij in Lukas 15:8 spreekt over een vrouw die haar huis schoonveegt om een verloren muntstuk terug te vinden. Soms moet de bezem erdoor!