Pijlen werden meestal gemaakt van riet of hout en waren zo’n 75 cm lang. Hierop werd een pijlpunt van bot, brons of ijzer bevestigd. Aan het andere einde werden staartveren bevestigd, om de pijl stabiel te houden in de lucht. Het afschieten van een pijl vraagt om spierkracht en precisie. Hier is veel training voor nodig. Toen Jonatan zijn vriend David probeerde te waarschuwen voor zijn moordzuchtige vader, koning Saul, deed hij net alsof hij met zijn wekelijkse training bij de Haëzelrots bezig was (1Sa.20:19).