Ontdek meer over de bijbelse cultuur, natuur en symboliek

Schrijf je in voor de gratis digitale nieuwsbrief

Meld je aan

De 3 belangrijkste relatie-typen in de bijbelse wereld

Door Ruben Hadders · 27 December 2020

De bruiloft te Kana

■ cultuur

In de Bijbel gaat het vooral om relaties. Ik ontdekte dat er 3 soorten relaties zijn die als type (voorbeeld) worden gebruikt om duidelijk te maken wat Gods doel is met Zijn schepping.

1. De relatie tussen man en vrouw (het huwelijk)

Dit is de belangrijkste relatie in de Bijbel. Waarbij het gaat om twee verschillende mensen – man en vrouw – die samen één worden (Mt.19:5). Het huwelijk is fundamenteel voor een samenleving en voor het leven. Want door de ultieme eenwording – die in principe enkel beleefd wordt als man en vrouw vreugde in elkaar vinden en van elkaar genieten – wordt uiteindelijk nieuw leven mogelijk. Het huwelijk is een heel vertederend beeld van de eeuwige liefde van God en de relatie die Hij zoekt met de mens. Niet zo vreemd dus dat het huwelijk als allerheiligst wordt gezien in de bijbelse cultuur.
De symboliek van het huwelijk speelt een cruciale rol in Gods omgang met het volk Israël. De verbondssluiting op de berg Sinaï wordt (met name door de profeet Ezechiël) beschreven als een huwelijk, waarbij de Tien Woorden van Mozes de huwelijke voorwaarden vormen. Door het dienen van andere goden pleegt Israël overspel en volgt een tijdelijke scheiding (lees Hosea). Aan het einde van de Bijbel, in Openbaring 19, bereikt deze verhaallijn de climax als de bruiloft van het Lam wordt beschreven: de definitieve hereniging tussen God en Zijn vrouw, Israël.

2. De relatie tussen gast en gastheer (de gastvrijheid)

Hoewel hier over het algemeen minder aandacht aan wordt geschonken, behoort de gastvrijheid samen met het huwelijk tot de heiligste waarden in de bijbelse cultuur. De gelovige wordt dan ook opgeroepen de gastvrijheid niet te vergeten (Heb.13:2). Het Griekse woord dat in deze tekst gebruikt wordt, is filoxenia, dat letterlijk ‘liefde voor de vreemdeling’ betekent. Oftewel: naastenliefde! We beseffen het vaak niet, maar gastvrijheid is de uitwerking van het belangrijkste gebod in de Bijbel (Mt.22:36-40). In het Westen denken wij bij gastvrijheid vooral aan het openstellen van je huis, maar in de bijbelse cultuur heeft het een veel bredere betekenis. Het gaat om hoe je omgaat met de mensen om je heen (ook als ze niet in je huis komen), mensen die vaak anders zijn dan jij. Vreemden dus!
Zo’n beetje alle hoofdpersonen in de Thora worden vreemdelingen genoemd: Abraham, Izak, Jacob, Mozes, etc. De Israëlieten waren vreemdelingen in Egypte, maar worden later ook vreemdelingen in het land van God genoemd (Lv.25:23). In het Nieuwe Testament wordt de verhaallijn van gastvrijheid verder doorgetrokken. Jezus noemt zichzelf een vreemdeling en maakt in scherpe bewoordingen duidelijkheid dat wie niet gastvrij is, niet rechtvaardig is en zal worden veroordeeld (Mt.25). Ook Paulus noemt gastvrijheid als onderdeel van “de ware eredienst” (Rm.12). Door gastvrij te zijn komt de liefde van God tot uiting. Het is ook daarom dat de gelovige een ‘vreemdeling’ en ‘gast’ genoemd wordt in deze wereld (Heb.11:13). De liefde van God is namelijk niet van deze wereld.

3. De relatie tussen vader en zoon (het erfgenaamschap)

In deze relatie gaat het niet zozeer om afstamming of bloedband. Het gaat om een erfenis! Een zoon, in de bijbelse cultuur, is iemand die de volwassenheid en verantwoordelijk heeft om zorg te dragen voor de erfenis van de vader (Gl.4:1,2). Er is altijd een erfenis in het spel als in de Bijbel gesproken wordt over een zoon.
Het hele Bijbelse verhaal draait ten diepste om een erfenis: de schepping. Die erfenis is vervreemd geraakt. De oudste zoon had als go’el (losser) de verantwoordelijk om de erfenis terug te krijgen, te verlossen. Die taak lag aanvankelijk bij Israël, die daarom ook de ‘eerstgeborene van God’ werd genoemd (Ex.4:22), maar kon uiteindelijk enkel door Jezus worden vervuld. Hij wordt ‘de Zoon van David, de Zoon van Abraham’ genoemd (Mt.1:1), waarmee bedoeld wordt dat Hij de erfgenaam is van de troon van David en de beloften die aan Abraham zijn gedaan. Hij deed waarvoor Hij gekomen was: Hij kocht de wereld vrij, verloste de schepping. De verhaallijn eindigt als Jezus de erfenis overdraagt aan de Vader (1Kor.15).


geschreven door Ruben Hadders

Meer lezen

Alle artikelen >